| |
Deucalion en Pyrrha
Gemaakt door Koen Borghijs en Sam Geens uit 3 Latijn
|
Vroeger
vertelden de Romeinen en de Grieken verschillende mythen, dit was onder meer
om onverklaarbare natuurverschijnselen te verklaren. Eén van deze mythen was
die van Deucalion en Pyrrha. Deze Griekse mythe vertelt over de woede van
Zeus, beschermheer van de gastvriendschap tegenover de mensheid. Hij wordt
bedrogen en om zich te wreken stuurt hij een zondvloed over de wereld. Deze
zondvloed zou de ondergang van de aarde hebben betekend, als Deucalion, zoon
van Prometheus en zijn echtgenote Pyrrha, dochter van Epimetheus, de vloed
niet hadden overleefd. Deze twee, die tevens ook neef en nicht van elkaar
waren, werden door Prometheus gewaarschuwd en konden nog net op tijd een ark
bouwen en een voedselvoorraad opbouwen. |
Deze zeer
boeiende scheppingsmythe maakt deel uit van de Metamorfosen, een werk
van Ovidius, waarmee deze Romeinse dichter een groot literair succes
had. Je kan het verhaal over Deucalion en Pyrrha helemaal in het begin
van dit boek terugvinden. |
|
|
De mythe zelf: |
1.
Stamboom: |
|
|
2.Het verhaal: |
Het gaat slecht met de
vriendschap tussen de mensen.
Al
dagen zat Zeus met een probleem: het gerucht deed de ronde dat het steeds
slechter ging met de mensheid. Overal was wanorde en chaos troef. Zeus die
een groot vertrouwen had in de mensheid, kon dit niet geloven. Daarom
besloot hij de proef op de som te nemen. Zeus stond op het punt te
vertrekken toen Hera kwam aanlopen: “Waar ga je naartoe, mijn echtgenote?”,
zei ze, “Waarom laat je me achter?”. “Ach mijn liefste Hera”, antwoordde
hij, “Het is mij ter ore gekomen dat de wereld der mensheid in pure chaos en
wanorde baat! Daarom wil ik, voor het welzijn van de mensheid, dit
onderzoeken. Ik zal hiervoor de tiran, met name Lycaon, een bezoekje
brengen.”
De
dwaasheid van de tiran.
Na
een lange reis kwam Zeus eindelijk aan voor het paleis van Lycaon. Hij
stapte de grote hal binnen en testte zijn gastvrijheid door zichzelf uit te
nodigen voor het avondmaal. Onmiddellijk begonnen alle mensen te lachen.
Maar Zeus riep woedend: “Wie zijn jullie om een god uit te lachen?!”
Terstond werd het stil en bogen allen neder voor Zeus. Toch werd de stilte
verbroken door de nog steeds lachende tiran Lycaon: “Een god, hè?”, zei hij
spottend, “Dat zullen we nog wel eens zien!”
De tiran, sluw van aard, had een list bedacht om deze zogenaamde god op de
proef te stellen. Lycaon doodde een van zijn krijgsgevangenen, één man uit
de landstreek Molossia in Noord-Griekenland, liet hem bereiden en serveerde
hem aan Zeus tijdens het diner als maaltijd. De tiran ging er van uit dat,
wanneer zijn gast inderdaad een god was, hij wel zou merken dat het een mens
was. En inderdaad, Zeus zag het meteen. Woedend, omdat het nog erger met de
mensheid was gesteld dan hij had gedacht, wierp hij de tempel en het paleis
van de tiran met een bliksemschicht aan gruzelementen. Hierop vertrok hij
terug naar de Olympus, hij had genoeg gezien…
Zeus neemt zijn besluit.
Een week later kookte Zeus nog van woede. De persoonlijke belediging zou
niet ongestraft blijven! Hiervoor vroeg hij zijn broer Poseidon om hulp:
“Mijn broer”, begon hij, “Ik lig al dagen te piekeren wat ik met de mensheid
zou doen. Geen enkele straf is groot genoeg om deze persoonlijke belediging
te vergeten!” Waarop Poseidon kalm antwoordde: “Slechts water kan hun zonden
nog weg wassen.”
Maanden later stuurde Poseidon de beloofde zondvloed over de aarde. De
gevolgen waren verschrikkelijk voor de mensheid. Vrouwen schreeuwden om hun
kinderen, bomen en huizen werden meegesleurd met de zondvloed. In paniek
sloeg iedereen zijn handen ten hemelen en smeekten de goden om de ramp af te
wenden, om vergiffenis. Maar Prometheus had zijn familie beschermd. Hij had
zijn zoon, Deucalion, aangeraden een houten ark te bouwen en te vullen met
voedsel. Tenslotte moest hij zelf plaats nemen samen met zijn vrouw Pyrrha.
Deucalion en Pyrrha redden het menselijk ras.
Maanden zwierven Deucalion en Pyrrha rond op de aarde die in een gigantische
oceaan was veranderd. Tijdens de lange maanden wanhoopten en smeekten ze tot
de goden: “O goden, wat hebben wij jullie misdaan? Waarom zijn jullie zo
wreed?”. Maar na vele klaagbeden zakte het waterpeil langzaam. Tenslotte
landden ze op de top van de Parnassus. Daar wachtten ze in hun ark tot al
het water weggevloeid was.
|
Uiteindelijk daalden ze de berg af en bedankten ze de goden. Maar gauw
beseften ze dat ze de enige mensen op aarde waren! Deucalion en Pyrrha
wandelden doelloos verder tot ze een tempel zagen. Hier raadpleegden ze het
heilige orakel: “O Zeus, o oppergod, laat gij zomaar uw neef en nicht
omkomen? Laat gij, Zeus, de mensheid die gij zo beminde en behaagde,
uitsterven?”. Hierop sprak het orakel: “Ga weg uit deze tempel en maak de
gordels van de kleren los en werp de botten van uw grote moeder achter uw
rug.”
|
|
Pyrrha die
ontdaan was van deze grove uitspraak begon te huilen: “Waarom laten de goden
mij het lichaam van mijn moeder onteren? Waarom moeten we deze
heiligschennis ondergaan?” Maar Deucalion, slim van geest, besefte dat de
grote moeder de aarde moest zijn en de botten de stenen voorstelden. |
Deucalion en
Pyrrha die niets te verliezen hadden, gehoorzaamden het orakel. Ze smeten de
ene steen na de andere achter hun rug weg en uit elke steen die viel,
ontstond er een nieuwe mens. De mensheid was gered! |
3. Stripverhaal:
|
|
|
|
1. Zeus hoort geruchten over
de mensheid en besluit om op onderzoek te gaan. |
2. Wanneer hij aankomt blijkt alles erger dan hij dacht.
Hij vernietigt de tempel als vergelding |
3. Voor een passende straf vraagt Zeus de hulp van zijn
broer: Poseidon. |
|
|
|
4. Poseidon stuurt zijn
beloofde zondvloed over de mensen. Er heerst paniek! |
5. Prometheus beval zijn zoon
een ark te bouwen. Hierdoor kon hij met zijn vrouw de ramp overleven. |
6. Na dagenlang te bidden tot
de goden, landden Deucalion en Pyrrha op de Parnassus. |
|
|
|
7. Nadat het waterpeil gezakt
was, daalden Deucalion en Pyrrha de berg af en kwamen ze bij een tempel
aan. |
8. Hier baden ze tot de goden
via het orakel. Ze kregen de opdracht om stenen achter hun rug te
werpen. Hieruit ontstond het nieuwe mensen ras! |
|
|
4. Nawerking |
Over deze mythe
zijn er zeer weinig afbeeldingen of voorwerpen terug te vinden, ofwel was
deze mythe misschien niet zo belangrijk bij de Romein, ofwel zijn er vele
overblijfselen in de loop der tijd verdwenen of stuk gegaan.
Maar hier zijn
toch enkele voorwerpen die de mythe vertellen:
|
|
Dit is de
afbeelding van een soort waterbak in aardwerk, waarin gasten, die op bezoek
kwamen hun handen konden wassen. Zoals je kan zien is ze nog in zeer goede
staat gebleven. Ze is gemaakt door Orazio Fontana in de 16e
eeuw. Dit is een zeer mooi voorbeeld van hoe men mythes verwerkte in
gebruiksvoorwerpen. De mythe is een beetje samengegoten tot enkele
tekeningen die het hele verhaal vertellen. Centraal kan je Deucalion en
Pyrrha zien die de stenen achter hun rug werpen. |
|
Deze
foto is de voorflap van een boek, “Spiegel van veran- dering”. Het boek
bevat scènes uit de Metamorfosen. Deucalion en Pyrrha en tal van andere
verhalen zijn hierin opgenomen, zowel in het Latijn als in het Nederlands.
Men beschikt ook over een staalkaart van Ovidius’ meesterwerk. Met dit boek
wordt de plaats van de gekozen fragmenten binnen de structuur van het gehele
werk zichtbaar gemaakt en verhelderd. |
Het is je
misschien wel opgevallen dat deze mythe sterk gelijkt op het beter bekende
Hebreeuwse verhaal over de ark van Noah. Er is ook nog het Soemerische
verhaal in de Gilgamesj waarin Oetnapisjtim vertelt dat hij door de god Ea
werd gewaarschuwd voor een zondvloed.
Merkwaardig is de grote overeenkomst in bijzonderheden als de ark, het
stranden op een berg, en het uitzenden van vogels. Het valt ook wel op dat
elk van deze drie verhalen is ontstaan in een cultuur die aan de
Middellandse zee is gelegen.
Het verhaal over
een zondvloed is eigenlijk niet zo vreemd. Men veronderstelt dat er vroeger
werkelijk een zondvloed heeft plaatsgevonden en dat er tijdens deze
natuurramp ook een volkerenwissel heeft plaatsgevonden, wat een goede
inspiratiebron is voor dichters en schrijvers. Zo kan je ook de verandering
van chaos in orde verklaren. |
De bronnen die we gebruikten zijn:
- Dr. Christopher, W. Blackwell, Mythologie voor Dumies, Addison Wesley,
2002
- R. Willis, Mythen van de mensheid, Anthos, 1994
- V. Ions, Mythologie van de wereld, Agon Elseviers, 1976
- Foto’s van het internet
|
|